De Openbare Bibliotheek

De openbare bibliotheek bevindt zich in crisis: niet als gevolg van de recente economische crisis, maar als gevolg van het veel makkelijker toegankelijk zijn van informatie (digitalisering, internet) en de ontlezing van traditionele media. Decennialang vormden bibliotheken de (enige) toegang tot informatie en trad de bibliothecaris op als schatbewaarder. Die tijd ligt voor altijd achter ons.

Maar dat betekent geenszins dat de OB geen bestaansrecht meer heeft. De doelstelling van de OB blijft recht overeind: Empowerment! Met andere woorden: het in haar kracht zetten van de burgers teneinde op een bewuste wijze deel te kunnen nemen aan het democratisch proces en zodoende de plichten na te kunnen komen als bedoeld in artikel 29 van de universele verklaring van de rechten van de mens. De OB heeft tot taak om van “mondige” burgers, “geïnformeerde” burgers te maken. De hele mensenrechtenverklaring zou als leidraad moeten dienen voor het werk van de OB: het bevorderen van de vrijheid van meningsvorming, vereniging en vergadering, gelijkheid en diversiteit, privacy, bestrijden moderne slavernij, wettelijke bescherming en rechtshulp: allemaal thema’s waaraan de OB een positieve bijdrage zou kunnen en moeten leveren.

Een andere leidraad voor ons werk vormen de 2030 sustainable development goals van de Verenigde Naties.

Dit is altijd mijn motivatie geweest om in de OB werkzaam te zijn (ja ja: jaren geleden ben ik in de OB begonnen).

Dat betekent mijns inziens ook dat de belangrijkste “asset” van de OB niet het gebouw, de collecties of zelfs de (digitale) connecties zijn, maar de burgers in het werkgebied. Dat zijn haar opdrachtgevers, stakeholders en cliënten. Het ledenbestand moet worden vervangen door een CRM waarin gegevens van alle burgers in het werkgebied van een OB zijn vastgelegd. Het onderhoud van dit CRM moet in de plaatselijke OB hoogwaardige professionele aandacht krijgen om zo continue te blijven doorgronden waar onze stakeholders mee bezig zijn, welke trends er zijn en hoe de OB daarop kan inspelen.
De OB zou mijns inziens ook de leden veel meer moeten betrekken, mogelijk door de organisatievorm om te zetten in een vereniging waarin de leden ook daadwerkelijk stemrecht hebben. Ledenbijeenkomsten om met elkaar in co-creatie over de toekomst van de OB te spreken zouden op regelmatige basis moeten plaatsvinden. En ja: ik realiseer me dat dat geen makkelijke kluif zal zijn en dat de participatie in het begin laag zal zijn.

Maar nog belangrijker is dat de OB geleid wordt door een professional met een passie die de doelstelling niet alleen met de mond belijdt, maar dag dagelijks zich hiervoor inzet en de diensten die de OB levert continue blijft afzetten tegen de doelstelling: een mens met een missie dus. Met een professional bedoel ik iemand die op (tenminste) HBO niveau (een HBO of universitaire master geniet de voorkeur) is opgeleid tot bibliothecaris. Ik pleit ervoor dat er weer opleidingen op HBO niveau komen voor bibliothecaris, met specialisaties management (de oude BOB) en jeugd- en schoolbibliotheekwerk.

Met de opdracht Empowerment in het achterhoofd is ook veel duidelijker in welk domein de OB dient te opereren: onderwijs. De OB is mijns inziens de belangrijkste speler op het terrein van een leven lang leren: bij de OB wordt de burger telkenmale geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen en de OB biedt toegang tot kennis, informatie en opleidingen om te leren omgaan met en (sterker nog) te anticiperen op die nieuwe ontwikkelingen. De OB is dus ook bij uitstek een netwerkorganisatie die haar burgers verbindt met partijen die informatie, opleiding en kennis kunnen aanbieden. Maar (ik herhaal het nog maar eens): leidend hierin is niet de collectie of de connecties, maar de burgers en hun behoeften.

De opdracht Empowerment betekent dan ook dat de OB inzet op een stevig doelgroepen beleid, keuzes maakt die voor de burgers van haar werkgebied specifiek zijn. De OB is daarmee meteen ook niet “neutraal” in de zin dat ze geen keuzes maakt voor doelgroepen: als er in een dorp in Groningen veel slachtoffers van aardbevingen zijn gevallen, dan moet de OB daar een rol spelen om partijen bij elkaar te brengen en van informatie te voorzien. In Alphen aan de Rijn is dit niet relevant.
De OB kent haar werkgebied en daarmee de “minderheden” die aandacht behoeven: vrouwen, werkelozen, homo’s, friezen, vluchtelingen, polen. Die mix is in iedere wijk verschillend en dat betekent dus ook weer dat iedere wijkbibliotheek geleid dient te worden door een op HBO niveau opgeleide professional.

De OB kiest kanalen om met de burgers in contact te komen. Het gebouw is daarbij van groot belang. Ik geloof niet in het concept “de bieb op school”. De bieb is een fysieke plaats waar burgers van allerlei kunne elkaar kunnen ontmoeten. De OB dient juist te stimuleren dat kinderen van verschillende scholen elkaar bij projecten in de OB ontmoeten. De OB dient de diversiteit in de wijk of dorp te bevorderen: er zijn witte en gekleurde scholen, maar de OB is altijd veelkleurig. En ook hier weer kiest de OB op basis van gegevens uit het CRM welke groepen extra aandacht nodig hebben omdat ze een achterstand hebben.

Het gebouw van de OB was vroeger de plek waar je “toevallig” titels van boeken tegenkwam: serendipiteit. Dat is enerzijds een veel moeilijker opdracht geworden omdat het overgrote deel van de informatie niet meer fysiek opgesteld kan worden, en anderzijds juist weer makkelijker omdat via de bekende zoekmachines altijd veel meer informatie wordt aangeboden dan je op het eerste gezicht zou verwachten. De OB dient ernaar te streven en het ook als haar opdracht te zien om burgers te confronteren met deze nieuwe informatie. Burgers bekend maken met fenomenen als filter bubble, privacy, security, digitale vaardigheden, het zijn bij uitstek aandachtsvelden voor de OB.
Ik deel de mening dat het retail concept precies tot de tegengestelde beweging leidt: je imiteert de (slechte) boekhandel. Besteed liever aandacht aan het minder bekende, de bestsellers weten de lezers zelf wel te vinden.

Een ander belangrijk kanaal om met de burgers in contact te komen is middels de lokale omroep. Ik heb het zeer betreurd dat een proef in (ik geloof) vijf bibliotheken (in ieder geval was de ZB erbij betrokken) om samenwerking met de publieke omroep* (PO) te bevorderen in schoonheid is gestorven. De OB kan lokale thema’s aandragen aan de PO, maar kan zich ook door de PO laten voeden. De OB en PO zouden gezamenlijk het debat kunnen vormgeven en wel in dat gebouw van de OB. De OB zou (virtuele) tentoonstellingen van informatie over lokaal relevante thema’s kunnen maken. De OB en PO zouden landelijke of internationale thema’s moeten vertalen naar lokale impact: wat kunnen we in onze eigen wijk doen met het vluchtelingenvraagstuk, de CO2 uitstoot en de ecologische voetafdruk, hoe zorgen we ervoor dat in onze eigen wijk gender neutrale toiletten worden gerealiseerd in openbare gebouwen? De OB identificeert en voorziet in de informatiebehoeften. De OB stimuleert en faciliteert (in het eigen gebouw en samen met de lokale PO) de discussies over deze thema’s.

Het is duidelijk: ik zie de OB als een typisch lokale redelijk kleinschalige activiteit. Maar dat wil niet zeggen dat ik vind dat deze voorziening alleen vanuit de lokale politiek georganiseerd zou moeten worden. Goed OB werk met een landelijke dekking realiseren is alleen mogelijk als er duidelijke landelijke wetgeving is geregeld. De huidige stelsel wetgeving zou moeten worden vervangen door een wet die zaken regelt als minimale en maximale omvang aantal bewoners (20.00 – 40.000 inwoners) alsmede fysieke afstand tot de OB binnen het werkgebied, minimale omvang van de fysieke locatie, minimale personele bezetting, alsmede de mate van professionele scholing van het personeel. De uitvoering van de wet zou door de centrale overheid moeten worden gefinancierd of door de lokale overheden op basis van aanwijzing van het rijk. De naleving en de kwaliteit van de dienstverlening zou door een onafhankelijke derde partij moeten worden gecontroleerd. De ouderen onder de lezers zullen denken: dat lijkt verdacht veel op de jaren zeventig toen we een dergelijke wet hadden en ook nog een inspectie voor het OB werk. En ja: dat is precies waar ik aan refereer.

Tenslotte, voordat ik iedereen kwijt ben, de vraag naar personele bezetting. Ik gaf al aan dat de leiding van de OB belegd dient te worden bij een minimaal HBO opgeleide professional. Als de omvang van de bibliotheek te groot wordt kan deze professional zich laten bijstaan door een operationeel directeur en business controller. Afhankelijk van de thema’s die spelen zullen professionals in verschillende disciplines moeten worden ingeschakeld. Maar de hbo-opleiding dient er mijns inziens in te voorzien dat de OB professional een groot deel van de taken zelf kan uitvoeren en er in ieder geval leiding aan kan geven. Educatieve, marketing of communicatie aspecten dienen telkens in het kader van het OB werk te worden gesteld en in de hbo-opleiding dient daaropin te spelen.

Maar die eenmalige hbo-opleiding is natuurlijk niet voldoende: OB medewerkers dienen zich continue te heroriënteren, bij te scholen en door te ontwikkelen. Enerzijds omdat de wereld om ons heen constant in beweging is en anderzijds om als voorbeeld voor de burgers te dienen voor wie we ons werk doen. Bij- en omscholing dient (lees ook https://www.vvbad.be/infonoden ) formele en informele onderwijsvormen te kennen en kan ook door commerciële partijen aangeboden worden. Het moge duidelijk zijn dat ook de beroepsvereniging een belangrijke bron is voor verdere netwerkvorming en ontwikkeling van de professional ( https://www.knvi.nl/functies/bibliothecaris/ ) maar dan wel één die ons niet meteen neerzet als “Bewaarder van boeken”.

Een vraag die aan de orde kwam is: welke rol moeten vrijwilligers al dan niet spelen? Mijns inziens dient de OB plaats te bieden aan vrijwilligers, niet uit armoede maar in het kader van een maatschappelijke verantwoording. Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk wil doen is de afgelopen jaren sterk gestegen (https://www.movisie.nl/feiten-en-cijfers/feiten-cijfers-vrijwillige-inzet) en zal de komende jaren verder stijgen, als gevolg van het feit dat de gemiddelde leeftijd hoger wordt, maar ook door de opkomende robotisering en vermindering van arbeid. Steeds meer mensen willen ook naast hun bestaande werk een bijdrage leveren aan de maatschappij als vrijwilliger. Daarin dient ook de OB haar rol te pakken.

De tekst hiervoor kan heel makkelijk gezien worden als: de beste stuurlui staan zoals gewoonlijk weer aan de wal. Ik begrijp die reactie want ik ben al jaren niet meer actief geweest in de OB. Ik hoop toch dat mijn bijdrage de discussie verder kan brengen en een hernieuwd perspectief biedt voor ons werk.

 

*De Publieke Omroep heeft mijns inziens precies dezelfde opdracht als de OB: empowerment, aandacht voor minderheden, de burger als belangrijkste stakeholder.

Advertisement

About Michel Wesseling

see: http://michelwesseling.eu
This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s