NRC Handelsblad publiceert op 16 september 2017 een interview met de vertrekkende man bij Bol.com Daniel Ropers. Een tenenkrommend interview: de man wordt de hemel ingeprezen omdat hij een webshop tot bloei heeft gemaakt. Mooi, maar echt zo bijzonder?
De webshop zou het vooral moeten hebben van de boekenomzet. “Die boeken vormen nog steeds het grootste aandeel van de totale omzet (1,2 miljard euro in 2016), maar hoe groot dat aandeel is, geeft het bedrijf niet prijs. Nou, als we onder “het grootste aandeel” verstaan meer dan 50%, dan is het duidelijk: 600 miljoen en een dubbeltje. Maar je kunt “het grootste aandeel” ook lezen zoals de Telegraaf “de grootste krant van Nederland” is: meer abonnees dan iedere andere krant, maar de meeste Nederlanders lezen (gelukkig) een andere krant. Dus als Ropers bedoelt dat er meer geld wordt uitgegeven aan boeken dan aan staafmixers of magnetrons …
Dan doet hij vervolgens een uitspraak over de vaste boekenprijs: Ropers meent dat er regie en samenwerking nodig is om ervoor te zorgen dat de vaste boekenprijs overeind blijft, omdat dat zou leiden tot een beter aanbod. Maar waar ter wereld wordt die vaste boekenprijs nog gehandhaafd? Is in landen als Frankrijk, Zweden, Japan het culturele aanbod zoveel slechter als in Nederland omdat men daar de vaststelling van de boekprijs overlaat aan de markt?
Tenslotte meent hij ook nog even snel een sneer uit te moeten delen aan het bibliotheekwerk, of eigenlijk aan het ministerie dat voor de subsidie zorgt. “Ze kunnen beter kijken naar de subsidiëring van bibliotheken, want dat is een kwetsbare en dure manier om de leescultuur te bevorderen. De bibliotheken krijgen bij elkaar zo’n half miljard overheidsgeld, een paardenmiddel als je kijkt naar het belangrijkste doel, de leesbevordering. Die subsidie maakt het bibliotheeksysteem kwetsbaar, en ondermijnt de slagingskans van ongesubsidieerde initiatieven uit de markt.”.
Dat is voor mij een volkomen onbegrijpelijke opmerking. Zegt Ropers hier nu dat die subsidie oneigenlijke concurrentie is voor marktpartijen die zich willen inzetten voor leesbevordering? Wie zijn die marktpartijen dan en op welke wijze worden die dan door bibliotheken beconcurreerd? Als het de uitgeverijen zijn, dan mogen die alleen maar blij zijn met de bibliotheken want die vormen volgens mij nog steeds hun grootste afzetkanaal.
Of stelt hij dat een half miljard veel geld is om alleen de leescultuur te bevorderen? Tsja, dan snapt Ropers blijkbaar niet waartoe de openbare bibliotheken dienen. De bibliotheek zou een middel moeten zijn om burgers op een gelijkwaardige manier te laten deelnemen in het proces dat democratie heet. Dat doet de bibliotheek door mensen op waardevrije manier te informeren. Daarbij hoort ook dat de biblitoheek ervoor zorgt dat burgers die niet vanzelfsprekend informatie tot zich kunnen nemen, worden geholpen. Dat noemen we “leesbevordering”, maar een betere term die ook vaak wordt gebruikt is “informatievaardigheid”: dat gaat verder dan lezen, haakt met name ook aan op nieuwe vormen van communicatie en gaat vooral ook over het verwerken van informatie om verstandige beslissingen te kunnen nemen.
En voor dat laatste aspect is een half miljard geen “paardenmiddel” maar een “druppel” op de bekende gloeiende plaat. De bibliotheken moeten hier opboksen tegen mediageweld dat veel verder gaat dan die “karikatuur van de uitgever die een titel uitbrengt waarvan hij weet dat hij er maar vijftig exemplaren van kwijt raakt”. Ook de uitspraak dat “de vaste boekenprijs met afstand het beste en goedkoopste middel is om … een kennisrijke, belezen maatschappij” te bewerkstelligen, lijkt me uit de lucht gegrepen.
Let op: we leven in 2017. Informatie verkrijgen we op vele manieren waarvan het boek er maar één is en waarschijnlijk zelfs niet één van de belangrijkste. Mensen laten zich informeren via sociale media, online nieuwssites, televisie en ja, ook door de krant. In hoeverre nu die vaste boekprijs hier iets kan doen?
De subsidie aan bibliotheken zou mijns inziens substantieel omhoog moeten als we echt van de bibliotheek verwachten dat ze ertoe dienen om mensen te “empoweren” tot geïnformeerde burgers. Dan moeten bibliotheken weer veel dichter bij de burgers komen, dan moet er geld zijn om vanuit de (lokale) bibliotheken een informatiestroom op gang te brengen die tegenwicht biedt tegen het lege getwitter van staatshoofden en politieke one issue leiders, die plaats biedt voor een inhoudelijke discussie die meer tijd vergt dan de 10 minuten die DWWD of Pauw bieden, om van de commerciële zenders nog maar te zwijgen. Dan kunnen bibliotheken weer aandacht geven aan de lokale, regionale en wijkgebonden aspecten van democratie, daar waar de geïnformeerde burger haar/zijn invloed zou moeten en kunnen laten merken.
Ropers gaat naar Springer Nature. Dat klinkt alsof hij opeens de wetenschap gaat dienen. Maar helaas: net als Bol.com nooit de missie heeft gehad om het lezen te bevorderen, zo dienen wetenschappelijke uitgeverijen als Springer Nature ook maar zeer ten dele de wetenschap. De belangrijkste overeenkomst tussen Bol.com en Springer Nature is dat beide bedrijven primair uit zijn op winstmaximalisatie en bevrediging van aandeelhouders. Jammer dat NRC daar niet over heeft doorgevraagd.